De veteranen van FC Oudewater zijn erg geliefd in de krochten van de voetbalsport. Menig tegenstander springt een gat in de lucht wanneer voetbal.nl meldt dat zij moeten aantreden tegen de oudjes uit het IJsselstadje. Meestal acteert het team in het Goudse met een enkele “vreemdeling” ertussen. Een aantal jaren geleden echter besloot de competitieleider in alle wijsheid ons te verbannen naar de Rotterdamse regio. Uitjes naar Pernis, Schiedam en Vlaardingen stonden dan op het programma. Via via kregen wij te horen dat we dan konden rekenen op sterke fysieke tegenstand en ook de nodige verbale agressie. Niets van dat alles gemerkt. Poeslief, vriendelijk en empathisch werden we tegemoet getreden. Ook in die competitie werd voor de zoveelste keer de rode lantaarn ontvangen. Het jaar erop werden onze gebeden verhoord en konden we weer onze opwachting maken in onze regio. Vooral de derde helft was een belangrijk argument. Inmiddels kenden we de spelerslijsten van clubs als SPV, Gouda, Rijnstreek, WDS enz. uit het hoofd.

Je zou kunnen zeggen dat er een innige band was ontstaan tussen deze voetbaldreumesen. Toen een jaar later Schiebroek overplaatsing had aangevraagd vanuit het Rotterdamse naar onze weilanden, ging er een lichtje branden bij de jongste leider. Echter niet bij zijn kompaan en der spelersgroep. Nee, deze dachten dat wij echte vrienden waren geworden met de zwart-witten uit het vroegere moerasdorp. Afgelopen zaterdag mochten we aantreden tegen IJVV De Zwervers. Een middelgrote vereniging met 750 leden en gehuisvest onder de rook van de Rotterdamse Kuip. Het was een zonnige middag en een drukte van jewelste op het complex van de IJsselmonders. We waren nog niet het hek gepasseerd of een official van de club trad ons tegemoet en schudde driftig Jaap en zijn maat de hand. In het (nederige en enigszins rommelige) administratiekamertje kregen we terstond koffie met gebak aangeboden. De spelers verbluft achterlatend in de brandende septemberzon. Een andere prominent van IJVV ontfermde zich gelukkig over hen. Deemoedig vertelde de man dat de wedstrijd een kwartier later zou beginnen en dat onze kleedkamer nog niet betreden kon worden. Als pleister op de wonde werd een copieuze lunch aangeboden in de kantine. Sommige spelers waren niet eens verbaasd dat de dis reeds gereed stond. Exact om half drie betraden we veld 3. De scheids, een uiterst vriendelijke veertiger met een EO-uitstraling, stelde zich uitgebreid aan onze aanvoerder Jan voor en vertelde hem, dat bij twijfel over een beslissing onze mening de doorslag zou geven. Ook toen reageerden de Oudewaternaren stoïcijns.

Afijn, vol goede moed trapten we af, maar toen het na slechts 10 minuten reeds 4-0 voor IJVV stond werd het de geelbuiken nog steeds niet duidelijk wat de reden was van zoveel sympathie. Ook Simon niet. Hij speelde de eerste helft frivool op zijn teruggevonden teenslippers. Leo moest zijn lies ontzien – in het licht van zijn nog verse huwelijk niet vreemd – en deed het rustig aan. Cees den Butter had de ganse nacht wakker gelegen van de angst een natte droom te krijgen en was derhalve erg vermoeid de wedstrijd begonnen. Harrie kon zich verschuilen achter een aanval van flegmatiek en vriend Kees was nog moe van een wilde Turkse nacht. Jan, Martin en met name keeper Martien hadden nog steeds niets door en probeerden met alle macht het tij te keren. In de rust werd er voor de zoveelste maal getracht de tactiek van de leiding onderuit te halen en door zelfinitiatief het roer om te gaan gooien. Na een uur stond er 8-0 op het scorebord. Jaap gaf de moed nog niet op en probeerde met vurige aanmoedigingen de boel te kantelen. Even later stond het 10-0. De grensrechter van de rood-wit-blauwen gaf de scheids terstond een seintje en de leidsman floot direct af. Hij bedankte de referee voor zijn geweldige prestatie en voor de piëteit met een 10-0 stand genoegen te willen nemen. Terwijl we terug liepen richting kleedkamer 1, fluisterde de scheids de linesman in het oor dat het eigenlijk al 12-0 stond…

Het was al laat op de avond toen uw schrijver een avondwandeling maakte en al kuierend op de Markt enkele wild gesticulerende veteranen ontwaarde. Eén van de aanwezigen was Jan en deze had een nieuw strijdplan voor de toekomst gesmeed zo zei hij triomfantelijk. Enthousiast knikten de anderen met hem mee. Na het laatste slokje bij établissement ’t Backertje probeerde de grote grijze leider de aanwezigen voorzichtig duidelijk te maken dat de vets de laatste 25 jaar 23 keer de rode lantaarn hadden ontvangen en dat alle plannen die dit trachtten te verhinderen hopeloos waren gebleken. Zijn (wijze) woorden stierven een eenzame dood. Nog voor hij was uitgesproken had men de reeds uitgestorven Markt verlaten.