Het was op een vroege maandagmorgen, halverwege de jaren ’60, dat de schrijver dezes zijn vinger op stak om de meester van de 5e klas te laten weten dat het rekenwerk klaar was. Dat was altijd een mooi moment. Tegenwoordig krijg je dan als beloning nog wat extra werk op je bordje, maar in vroegere tijden werd je écht beloond. Je kon kiezen uit twee activiteiten: tekenen of lezen. Steevast koos ik dan voor de tweede optie. Achter in de klas – het schoolgebouw stond op de plek waar nu het stadskantoor is gesitueerd – stond in een eenvoudige kast een honderdtal boeken uitgestald. Nadat ik mijn rekenschrift had ingeleverd en rechtsomkeert had gemaakt richting boekenkast, was ik benieuwd welke boeken er zouden staan. Thuis stond het groot sprookjesboek van de gebroeders Grimm. Dit werk zou later een onuitputtelijke bron van fantasie worden. Daarnaast nog wat Arendsoog-delen en vooral veel detectiveboekjes. Bob Evers, Commissaris Achterberg, Inspecteur Arglistig, Pim Pandoer, De Kameleon; ik heb ze allemaal stukgelezen. Bij meester Saeijs in de klas viel mijn oog het eerst op het volledige werk van Jules Verne. De Fransman, die leefde in de 19e eeuw, was zijn tijd ver vooruit. Hij was de voorloper van het science fiction-genre. Veel van zijn werk zou voorspellend blijken. Ruim 150 jaar geleden schreef hij al romans over reizen naar de maan en over tochten met onderzeeërs. Ver voor de kerstvakantie had ik Verne reeds soldaat gemaakt. Daarna waren boeken over prehistorie en tijdreizen aan de beurt. Ondertussen, wegdromend naar die prachtige avonturen, keek ik naar de schoolplaten van Isings. Deze schrijver/illustrator was in die dagen in elke schoolklas te vinden en zo ook in de Openbare Lagere School aan de Waardse Dijk. Juist links naast mijn bovenmeester hing de plaat “Overlevering op Nova Zembla”. Ik zie nog één der avonturiers zijn speer heffen tegen een enorme ijsbeer. Een tweetal jaren ervoor was president John F. Kennedy in Dallas vermoord. Een landmark in de geschiedenis, althans de eerste keer in mijn jeugd dat ik daar van bewust werd. De fascinatie voor alles wat maar met geschiedenis te maken heeft moet daar zijn oorsprong hebben gehad.
Een herfstachtige dinsdagavond, ergens in de jaren tachtig. De koude oorlog was over zijn hoogtepunt heen en de economie werd langzaam uit een diepe depressie getrokken. Op de radio klonk “What I like about you” van the Romantics. De koffie stond te pruttelen en ik zette de tv aan voor het achtuur-journaal. Premier Lubbers close in beeld. De gitzwarte stoppelbaard van de CDA-er was duidelijk zichtbaar. Ondertussen bladerde ik in de nieuwe VPRO-gids. In die jaren was dit in pseudo-intellectuele kringen een must. De commerciële tv had zijn intrede nog niet gedaan en de keus was dus zeer beperkt. Op Nederland 2 stond de film “The Timemachine” gepland. De film gaat over een wetenschapper die graag de wereld wil verbeteren en dacht door in de tijd te reizen de wereldgeschiedenis postief te kunnen veranderen. De klassieker van de Engelse schrijver H. G. Wells stond in mijn prille tienertijd op mijn bucketlist, maar op één op andere manier was het er nooit van gekomen om deze klassieker te lezen. De verfilming uit de jaren ’50 was precies zoals ik het had verwacht. Wat een prachtig avontuur!

Zaterdag 8 Oktober 2016, een kleine dertig jaar later. De nazomer is nu echt ten einde en hoewel het zonnetje voorzichtig onze huid probeert op te warmen, is wat extra kledij niet overbodig. In de gloednieuwe kantine van de FCO staan enkele prominente veteranen verlekkerd naar de ranglijst van hun team te kijken. Tegenstander cvv Berkel heeft nog geen punt gehaald en dat biedt (wederom?!) perspectief. Via onze groepsapplicatie zijn zoveel mogelijk auto’s opgetrommeld. De selectie bestaat die dag nl. uit 16 man. Opgetogen en vol optimistisme vertrekt de karavaan richting Berkel en Rodenrijs. Chauffeur Kees v.d. Stok sluit als laatste in de rij aan. Uw schrijver heeft niet alleen vertrouwen in zijn voetbalkunsten, zijn rijvaardigheid is er ook één om in te lijsten. Om maar niet te spreken van de schier eindeloze veroveringen van het vrouwelijk schoon. Onderweg, rijdend op de A12, verhaalt de immer goedlachse veteraan nog maar eens over zijn groteske liefdesleven. Als we het Gouweviaduct naderen worden we plots geconfronteerd met een roadblock. Alom paniek in de auto. “Maak je geen zorgen!” roept Jaap, “Ik weet de weg.” Aan de kant van de weg zijn de gele omleidingsbordjes duidelijk zichtbaar en zelfverzekerd kiest hij de letter B uit. “Dit moet de juiste omleiding zijn.” “Waar haal je die wijsheid vandaan?” probeert Harrie voorzichtig. “Denk toch eens na!”, antwoordt Jaap. “Waar moeten we naar toe?” Even fronsen de inzittenden hun wenkbrauwen, maar dan valt het kwartje. Dat zij daar niet aan hadden gedacht! Afijn, al snel zitten we op de snelweg richting Rotterdam en Kees vervolgt de monoloog over zijn amoureuze verleden. Na enkele minuten staan we wederom stil. File bij het Terbregse Plein. Een tsunami van appjes gaan op dat moment heen en weer. Triomfantelijk bericht Edwin dat hij een slimme route heeft gevonden via de N11. “Ik volg de A-route.” appt de lange Stalvord. Juist, u raadt het al: Alphen a/d Rijn. Ook de andere chauffeurs doen kond van hun topografische kennis, maar de ggl vindt het echter verstandig de dienstdoende telefonist van Berkel te laten weten dat het iets later zal worden. Pas om kwart over drie draaien we de parkeerplaats op. Het dorp Berkel en Rodenrijs kent Kees nu op zijn duimpje. Voor de kantine staat Jan Eijk op te scheppen over zijn kennis van het Nederlandse wegennet. De rest luistert vol bewondering. Harrie hoort dit even aan en herinnert hem dan grijnzend aan een uitwedstrijd tegen Berkel van enkele jaren geleden. We verlieten toen tegen half acht pas het clubhuis. Het was aardedonker op het complex, maar Jan zei dat zijn gloednieuwe auto ons blindelings thuis zou brengen. Na 15 (!) minuten rondrijden op de parkeerplaats plaatste hij zijn bolide aan de kant. Wat had zijn TomTom hem in de steek gelaten! Om een lang verhaal kort te maken: tegen negen uur van die bewuste avond kon Harrie pas het café De Doelen aandoen en zijn bekende kokette danspassen maken met de eigenaresse van het établissement.

Tegen half vier druppelen de laatste veteranen binnen. Het sein om te gaan verkleden, want zij hebben de tas met kleding bij zich. Berkel wacht ondertussen geduldig op ons. Ook zij hebben even daarvoor de ranglijst bekeken en geconstateerd dat hun tegenstander ook nog puntloos is. De eerste 20 minuten zijn wij de bovenliggende partij, zonder echter kansen te creëren. Kwaak mag de eerste 45 minuten het doel verdedigen (Gert de tweede helft) en staat vanaf de eerste minuut stoïcijns voor zijn domein. De eerste de beste aanval van Berkel is het echter raak. Via een messcherpe counter vinden twee voorwaartsen van de geel-blauwen het net: 1-0. Kwaak was enkele tellen ervoor overmoedig zijn doel uit gekomen en wilde de spits de voet dwars zetten. Helaas was de doelman te laat ter plekke en de bal verdween via de voet van de verder goedspelende Leo de Wit in het lege doel. Niet veel later denkt Martien zijn lesje te hebben geleerd en posteert zich op de rand van de zestien. “Dat zal mij niet meer gebeuren!”, galmt het over het gras . Enkele minuten later staat het al 2-0. Eén der middenvelders van de opponent had onze goalie in de smiezen en lobde het leder secuur over hem heen. De goedgevulde bank – vijf man – heeft blijkbaar net een cursus scorebordjournalistiek afgerond, want opeens worden er vier spelers gewisseld. De overgebleven basisspelers wisselen van hun positie. Aan de overkant schreeuwt uw schrijver zijn keel schor over zoveel onkunde en wil de vlag terstond in meerdere delen breken. Jaap – empathisch als geen ander – snelt naar de overkant om de boel te sussen. Gelukkig is zijn compaan snel weer bij zinnen. De cursus Mindfulness begint langzaam zijn vruchten af te werpen. Na de thee trekt Gert de handschoenen aan. Het mag niet baten. Zijn team ploetert nog wel voort, maar zonder overtuigingskracht. Eigenlijk staat alleen de verdediging zijn mannetje, waarbij vooral Richard weer sterk acteert. Na enkele kleine kansjes van FCO-kant, gaat een kwartier voor tijd het licht definitief uit: 3-0. Volgende week staat het duel tegen koploper Aarlanderveen op het programma. Aanvang 12.30 uur.