(Al die willen ten kaap’ren varen – Fungus 1974)
Diverse veteranen hebben het eerste zonnige, warme weekend aangegrepen om de scheermessen en scheerapparaten een tijdelijk op te bergen. Een vreemde ontwikkeling, als je bedenkt dat bij toenemende warmte het juist lekker is om het nog bleke gezicht van alle stoppels te ontdoen en het gelaat eens lekker te laten verwennen door het lentezonnetje. De lange baardgroei van de hipstercultuur heeft in ons kleine Oudewater gelukkig geen al te stevig fundament gekregen en het is niet te hopen dat de veteranen alsnog mee gaan doen met deze uiterst merkwaardige trend. Veel mannen hebben een klein complex vanwege de haaruitval op de schedel en wanneer deze heren als compensatie wat extra haar laten groeien op de kin is dat te billijken vind ik. Jonge (derde generatie) moslims dragen ook in toenemende mate een flinke baard. Waarschijnlijk een daad van verzet, net zoals jongeren vroeger de haren tot op de schouders lieten groeien. Om een goed beeld te krijgen van de mode in de wereld van snorren en baarden duiken we even de geschiedenis in.
Archeologen hebben aanwijzingen gevonden dat de mens reeds 100.000 jaar geleden begon met scheren. De oudste gevonden scheermessen – bestaande uit een scherp stuk vuursteen die men net zo lang over het gezicht moest schrapen totdat alle haren waren verdwenen – stammen echter pas uit 30.000 voor Christus. Voor die tijd kon een man alleen van zijn baard afkomen door met behulp van twee schelpen alle haren er één voor één uit te trekken, een uiterst pijnlijke en tijdrovende aangelegenheid. De Oude Grieken gaven er dan ook de voorkeur aan om hun gezichtsbeharing gewoon te laten staan. Zij beschouwden de baard als een symbool van kennis en wijsheid dat gekoesterd moest worden. Dit alles veranderde echter met de komst van Alexander de Grote. Hij verplichtte zijn soldaten en generaals vanuit militair oogpunt juist om er altijd een gladgeschoren gezicht op na te houden. In een één-op-één gevecht vormde een baard namelijk een groot gevaar, want een tegenstander kon er makkelijk aan trekken of aan gaan hangen om zo de strijd zo in zijn voordeel te beslissen.
In de eeuwen die volgden verdwenen de praktische overwegingen omtrent de baarden weer enigszins naar de achtergrond en kreeg gezichtsbeharing een steeds groter symbolisch belang. Zo mochten jonge Romeinse mannen zich niet scheren totdat zij de volwassen leeftijd hadden bereikt, waarna zij al hun gezichtshaar offerden aan de goden. Bij de Amerikaanse geloofsgemeenschap van de Amish gaat het tegenwoordig juist andersom. Daar mag een man zich scheren totdat hij volwassen is, waarna hij de rest van zijn leven een baard moet dragen. Veruit het zwaarste was het echter voor de mannelijke leden van de oud-Germaanse Chatti stam. Zij kregen pas het recht om hun gezicht te scheren nadat zij hun eerste vijand hadden omgelegd.
In de 16e eeuw besloot de Engelse koning Hendrik VIII de schatkist bij te vullen door belasting te gaan heffen op baarden. De hoogte van de heffing was afhankelijk van de sociale status van de persoon, waarbij rijkere personen meer moesten betalen voor het behouden van hun gezichtsbeharing. Opmerkelijk genoeg bleef Hendrik VIII zelf overigens wel gewoon een baard dragen. De baardenbelasting werd dan ook al snel weer afgeschaft, maar Hendriks dochter Elisabeth I besloot de maatregel later in veranderde vorm opnieuw in te voeren. Onder haar bestuur moesten alle mannen met een baard van minstens 2 weken oud extra belasting betalen.
De populariteit neemt in het begin van de 20e eeuw af. Rond de jaren 20 en 30 droegen mannen een minder opvallende vorm van gezichtsbeharing, namelijk een snor of sik. Bekende gezichten zijn Hitler, Stalin en Einstein. Vanaf 1920 veranderde het marketing landschap in Amerika waardoor veel bedrijven insprongen op de mogelijkheid van het verkopen van hun producten aan de massa. Een van de eerste grote advertentiecampagnes was onder andere van Gillette, waardoor de verkoop van scheermesjes enorm toenam. Het resultaat was een nog verdere afname in populariteit van de baard en vanaf 1920 tot aan de jaren 60 werd een baard vrijwel niet meer gedragen. In de naoorlogse jaren was het zaak iedere 6 weken naar de kapper te gaan en je een fris kapsel te laten aanmeten. De ene helft van de mannelijke klanten had een scheiding rechts en de andere helft links. De volwassen mannen zeepten zich bijna iedere dag in met een scheerkwast en na het scheren met het levensgevaarlijk scherpe Gillette mesje werd het gladde aangezicht besprenkeld met de populaire maar o zo smerig ruikende after shave Old Spice of Tabac. De goedjes bevatten echter zoveel alcohol dat het net leek of men in een struik met brandnetels was gevallen. De vader van uw scribent liet zich regelmatig flink verwennen door zijn kapper Bleijenberg en werd dan grondig ontdaan van alle overbodige beharing van het gezicht, neus en oren. Na het overlijden van de kleine coiffeur uit de Leeuweringerstraat stapte hij over naar barbier van Eck in de Wijdstraat. Hier werden veel problemen uit stad en land besproken én en passant opgelost. Heden ten dage draagt John Doop deze rol met verve uit. Eind jaren ’60 lieten The Beatles naast hun lange manen ook hun baarden en snorren staan. Medio jaren ’70 was het straatbeeld van ons landje en dus ook Oudewater, daarna flink veranderd, want de vele populaire popartiesten bepaalden in grote mate de mode van die tijd. De jaren ’80 brachten plots weer een ommezwaai. De hoofdharen moesten weer kort, de snorren en baarden werden weer iedere dag getrimd. Alleen homoseksuele mannen droegen in navolging van Queen-zanger Freddy Mercury een snor. Deze uiting is heden ten dage nog steeds van toepassing. De korte stoppelbaard is sinds de jaren ’90 een vaak geziene uiting van mannelijkheid. Bekend voorbeeld is onze leider Jaap Konings. Na het zien van de popopera Jesus Christ Superstar heeft een groot deel van de veteranen de scheermessen ook opgeborgen. Daarbij is met name Leo de Wit de grote trendsetter. Het stoere uiterlijk zou hem een grote testosteron-boost hebben gegeven, vertelde de lange verdediger met schalkse blik om de mond. Anderen konden blijkbaar ook een viriele opsteker (!) gebruiken, want in de afgelopen week volgden er meer spelers met baardgroei.
Afgelopen zaterdag stond de terugwedstrijd tegen het sympathieke De Rijnstreek op het programma. De rood-zwarten waren thuis met een nipte 2-1 overwinning de sterkste gebleken. Saillant detail: Martin V gleed ongelukkig de winnende goal achter de eigen doelman. Vandaag waren weer een flink aantal spelers buitenshuis doende, zodat we met 14 man aan de start verschenen. Daarvan waren een kwartet veteranen slechts in staat tot één helft, zodat de opstelling en tactiek veel hoofdbrekens kostte. Gelukkig hadden de Nieuwerbruggers ook een jas uitgedaan en verschenen met slechts 12 man op veld 5. Een zeer matige eerste 45 minuten waren het gevolg. De Rijnstreek was de beter ploeg, maar kreeg nauwelijks kansen. Bij een spaarzame uitval van de FCO had spits Kees v.d Stok zomaar de 1-0 voor het grijpen, maar hij faalde jammerlijk. Het middenrif had de handenvol aan de Nieuwerbruggenaren en de 0-1 ruststand was dan ook verdiend te noemen. De tweede helft kwamen we wat meer in ons spel. De toevoeging van Martin de Waal, Jan Eijkelestam en Cees den Butter bracht meer kwaliteit en creativiteit in het veld. De 1-1 van Martin de Waal – assist van John v.d. Horst – gaf ons weer hoop en toen Cees den Butter in de draai de fraaie 2-1 liet aantekenen, kregen we zelfs vleugels. De diverse kansen die volgden hadden de deur definitief op slot kunnen gooien, maar de krappe 2-1 bleef op het scorebord staan. De rappe spits van rood-zwarten zorgde voor steeds meer gevaar en het was vooral keeper Martien Kwakernaak, die met een aantal schitterende reddingen ons in de race hield. Toch bleef de beloning voor de opponent niet uit. In één van de vele scrimmages voor ons doel viel de 2-2 wat onfortuinlijk, maar wel verdiend. De vermoeidheid was inmiddels toegeslagen en er was daarom geen energie meer over voor een slotoffensiefje. Uiteindelijk gingen beide teams tevreden en gebroederlijk richting bier en terras. Het bacchanaal wat volgde duurde weer eens tot in de late uurtjes. Daarbij werd de Markt niet geschuwd. Gemeld moet worden dat in dit geval enkele spelersvrouwen het voortouw hadden genomen. Terwijl op de achtergrond Kwaaks charmante, blonde (!) verloofde haar verjaardag vierde, gaf oud-speler Berry aan wel weer de voetbalschoenen uit de doos te willen halen. Goed nieuws derhalve. Man of the match werd de fabuleuze Martien Kwakernaak. Goede tweede werd de al weken in goede vorm verkerende Ignace Boreel. De verkiezingswinst heeft hem duidelijk goed gedaan. De veteranen staan op een verdienstelijke 9e plaats met 15 uit 15. Doelpunten voor: 29 en slechts 41 tegen. Volgende week spelen we tegen VVL uit Linschoten.
In het kort….. we hebben een punt gepakt!
Maar Manus, weer een leuk verslag hoor !
Opnieuw een punt gepakt Wim, 3 wedstrijden ongeslagen!