In 1990 start RTL4 een klusprogramma met de bebaarde en “vrouwvriendelijke” timmerman/klusser Nico Zwinkels én het voormalige model Manon Thomas. Daarnaast produceerde de omroep ook een tuinprogramma met de nu alom bekende plantennicht Rob Verlinde. De man met de zwarte nagels zou hierna vele presentatrices verslijten. Vanaf seizoen 1993/1994 zijn de twee programma’s gecombineerd onder de bekende titel Eigen huis en tuin. Een vrouwelijke medepresentator kwam bij de werkende mannen langs om te vragen wat ze precies aan het doen waren. Zij verfde, maakte kerststukjes, kapstokken, kastjes en dergelijke. Deze rol was allereerst weggelegd voor Manuëla Kemp Omdat Manuëla na 1 jaar al over stapte naar de KRO werd zij hierna vervangen door Myrna Goossen. Myrna werd na 1 seizoen gestrikt om de 5 uur show te presenteren, dus hierna nam Marceline Schopman het over in seizoen 1995/1996. Marceline stapte over naar Kindernet en voor haar in de plaats kwam Irene Moors die het programma 2 jaar lang presenteerde. Omdat Irene met zwangerschapsverlof ging in seizoen 1998/1999 nam Minoesch Jorissen het programma voor 1 jaar over. Omdat Minoesch het te druk kreeg met het dagelijkse programma RTL Live, stopte zij ook met de presentatie van het bekende programma. Hierna werd Myrna Goossen bij SBS 6 weggehaald om het klus- en tuinprogramma 5 seizoenen lang te presenteren. Met haar eenjarige presentatie in seizoen 1994/1995 erbij heeft ze dit programma totaal 6 jaar gepresenteerd. In 2004 kwam een einde aan de bestaande opzet toen tuinman Verlinden en klusser Zwinkels een overstap naar SBS 6 maakten. Door een onverkwikkelijke zedenzaak betreffende de klusser is daar echter nooit een programma gemaakt. RTL stelde een nieuw team samen met daarin de klussers Lodewijk Hoekstra en Thomas Verhoef en presentatrice Corine Boon. Wekelijks trekt het cult-programma anno 2012 meer dan een miljoen kijkers. Het programma is de laatste jaren in een wat rustiger vaarwater terecht gekomen en inmiddels heeft niemand het meer over de losse handjes van timmerman Zwinkels. Hij schijnt tegenwoordig op de Wallen in A’dam een klussenbedrijf te runnen. De eerder genoemde timmerman Verhoef is een knappe verschijning en erg geliefd bij de vrouwelijke kijkers en de huisvrouwen die een klusje voor hem in petto hebben. Het was daarom een slag bij heldere hemel, dat Verhoef deze week de RTL-directie te kennen gaf te stoppen met het programma. Navragen leert dat hij niet meer tevreden was met de aard van de klussen. Te veel timmerwerk zou zich toespitsen op de 1e verdieping van de woningen en de stoere Verhoef – keurig getrouwd en vader van 3 kinderen – zou meer en meer in conflict gekomen zijn met zijn bevallige echtgenote. De laatstgenoemde vertrouwde het zaakje van geen kant en had bij wijze van spreken de koffers van haar man reeds bij de voordeur gezet. De handige klusser koos daarom eieren voor zijn geld en leverde terstond zijn ontslagbrief in bij de omroepleiding.

Grote paniek bij RTL en dat aan het begin van het seizoen! Direct werden alle alarmbellen gerinkeld en iedereen achter de schermen werd aan het werk gezet om een ad interim timmerman te vinden. Hierbij zouden met name de social media – lees Facebook en Twitter – soelaas moeten gaan bieden. Na enkele uren had de omroep al beet. Tegen het eind van de ochtend reageerde een enthousiaste jonge dame uit Oudewater en meldde dat zij wel iemand wist die geschikt was. De man, zo vertelde de jonge vrouw, had weleens een kraanleertje vervangen en pas had hij nog een schilderijtje van de Oudewaterse meester Joosten opgehangen in een jaren ’70 flat ergens in buurland Duitsland. Dit laatste zou vast een pré zijn dacht de dame. De bewoonster van de etagewoning was zeer tevreden over de snelheid, netheid en accuratesse van de klusser. De RTL-medewerkster was direct heel enthousiast en toen zij hoorde dat de man ook nog eens erg charmant was en derhalve goed met de vrouwtjes kon omgaan ging zij om. Tenslotte was het maar voor tijdelijk en het programma was voorlopig gered. Dat de kandidaat niet de nodige diploma’s had, was geen bezwaar. Kijkers van Eigen huis en tuin weten nl. niet dat achter de zgn. klusser een groot bekend bouwbedrijf zat die het eigenlijke werk deed. De man in beeld was dus eigenlijk een acteur. Des te beter, dacht de belster. Euforisch appte zij naar de toekomstige ad interim RTL-ster dat zij een verrassing voor hem had. Hij reageerde kortaf dat ie nu even geen tijd had en later terug zou bellen. Hij was druk met het behangen van een slaapkamer voor een kennis en dat kon weleens nachtwerk worden. “Zie je wel!”, dacht zij. “De ideale klusser.” De volgende dag was zij vroeg aan het werk gegaan en was helaas vergeten hem te vertellen dat om 11.00 uur een cameraploeg van RTL voor de deur zou staan om een screentest te doen. Het was inmiddels zaterdagochtend en het miezerde. Ergens in de wijk Noort Sijde werd een zwarte auto geparkeerd. Een ietwat vermoeid ogende man van middelbare leeftijd stapte uit. Uit de kofferbak pakte hij een behangerstafel en een grote plastic tas waar wat rollen bloemetjesbehang uitstaken. Terwijl hij de sleutel in het huisslot stak werd hij geroepen. “Dag mijnheer!’. “Bent u Kees?” Verbaasd keek de stevig gebouwde vijftiger om. “Ja zeker.”, antwoordde hij. “Kan ik jullie ergens mee helpen?”. Een drietal jonge, vlotte twintigers kwamen op hem af en één van hen droeg een grote camera op zijn schouder en de ander had een zgn. microfoon-hengel in zijn rechterhand. Nummer drie, een prachtige brunette met volslanke rondingen – de eerste twee waren heren met een hipster-uitstraling – had in haar linkerhand een map. Kees (zijn naam is gefingeerd vanwege de privacy) glimlachte terstond en van vermoeidheid was plots geen sprake meer. De dame droeg een korte, vuurrode rok en daarboven een iets te strakzittend T-shirt. Zij had zwarte pumps aan haar voeten, welke haar een enorme sensuele uitstraling gaf. Kees begon een geanimeerd gesprek met de RTL-dame en was niet eens verbaasd toen hij hoorde uitverkoren te zijn als boegbeeld voor het bekende tv-programma.
Het was inmiddels half elf en ondertussen zat het kwartet aan de koffie in de ruim-bemeten woonkeuken. Terwijl de omroepmedewerkers vertelden wat de bedoeling was, lichtte zijn telefoon op. “Sorry Eline.” “Ik krijg net een belangrijk berichtje van de leiding van mijn voetbalteam.” “Prima, dan inspecteer ik ondertussen de ruimte waar wij zo meteen gaan filmen.” Terwijl de man des huizes een berichtje plaatste, ging de crew richting 1e verdieping. “Hoe red ik mij hier in godsnaam uit.”, dacht de goedlachse speler van FC Oudewater. Na enkele seconden was ie eruit.
Ondertussen – aan de andere kant van ons stadje – keek de GGL van de veteranen op zijn telefoon en vloekte zachtjes voor zich uit. “Wat is er maat?”, vroeg Jaap nieuwsgierig. “Kees zegt plots af.” “Er wordt een klus in zijn huis gedaan en daar moet ie perse bij zijn.” Na wat gemor werd zijn naam van de presentielijst geschrapt en de titel van het volgende wedstrijdverslag schoot direct door mijn hoofd. Ondanks deze onverwachte tegenslag toog het team richting toch vol goede moed richting Nieuwerbrug. Vandaag stond nl. de wedstrijd tegen De Rijnstreek op het programma. Na de keurige 1-1 van vorige weekend tegen het sterke Linschoten en de grote trainingsopkomst van de laatste twee maanden kon de ploeg tegen een stootje. Het complex was bijna uitgestorven toen wij het terrein van de kleine club opreden. Slechts een jeugdteam zou gaan spelen tegen Jodan Boys op veld 1 en wij waren gepland op veld twee, een steenworp afstand van de Put van Broekhoven. De Put van Broekhoven is een water nabij Nieuwerbrug. De put is ontstaan door zandwinning ten behoeve van de aanleg van de A12. De put ligt in de Weijpoortsche polder net ten zuiden van de Oude Rijn en ten oosten van de Wierickerschans, naast de put ligt de Weijpoortsemolen. De put is niet aangesloten op het omringende watersysteem, en wordt daardoor gevoed met grondwater. Volgens Wikipedia – Jan, onze aanvoerder vond kortgeleden dat uw schrijver de bronvermeldingen moest gaan vermelden, omdat de zweem van eruditie rond de veteraanscribent een te grote vlucht nam – werd er van 1960 tot aan 1990 in de put gezwommen.
Dit noopt uw verslaggever tot een kleine anekdote uit vroeger tijden. Het zal rond 1975 zijn geweest dat uw schrijver met een grote groep vrienden en vriendinnen regelmatig op de fiets naar Nieuwerbrug gingen om een duik te nemen in de voornoemde Put van Broekhoven. De meesten van ons hadden net verkering en de warme zomerzon verwarmde onze lijven op de meeste intieme plekken kan ik u zeggen. Hoewel de koelboxen goed gevuld waren en het gras hoog genoeg om de mannelijke uitwassen uit het zicht te nemen, was een duik in het frisse water de enige remedie om de meisjes veilig in hun boeken te laten lezen. Ondergetekende ging als eerste te water. Mijn vrienden bleven angstvallig aan de kant. De enige die mij wilde vergezellen was mijn toenmalige vriendinnetje. We noemen haar voor het gemak Lizzy. Uit haar ooghoeken had zij al lang gezien dat ik een koele duik goed kon gebruiken. Ik deed net of ik niets in de gaten had en met ferme slag zwom ik richting tonnen. Deze oude olievaten dreven ongeveer in het midden van de plas en zaten vast aan een kabel welke de grens aangaf tot waar je mocht zwemmen. Reeds halverwege de tocht werd ik ingehaald en terwijl ik opkeek werd ik hartstochtelijk omhelsd. Eerst dacht ik dat zij een moment op adem probeerde te komen. Niets was echter minder waar. Er ontstond een heftige worsteling die aan de oever werd waargenomen als het paargedrag van een stel knobbelzwanen. Tot mijn ontzetting en ook wel genoegen verdween mijn blauwe Bermudazwembroek bijna naar de diepte. Nog net kon ik mij losrukken van de innige omarming en met mijn rechterhand het kledingstuk van mijn grote teen pakken. Wild watertrappelend, met de broek dus in mijn hand, zouden wij het liefdespel een nieuwe dimensie gaan geven. Tenminste, zo was de bedoeling. Net voor het moment suprême klonk een wild geschreeuw achter ons. Twee van mijn Oude Singelvrienden hadden toch de stoute schoen aangetrokken en wilden blijkbaar niets missen van het schouwspel. Eén van hen kon helaas niet zo goed zwemmen zodat hulp terstond nodig was. Ik trok vlug mijn Bermuda weer aan en ook mijn vriendinnetje zag toen in dat een (water)vluggertje er vandaag niet in zat. Tot zover de summer of ’75.
Afijn, wij moesten ons omkleden in kleedkamer 1 en deze was groot genoeg om 15 spelers te herbergen. De scheidsrechter was een oude bekende van ons en vooral Fijke, Wil en Gert hebben geen beste herinneringen aan de man. Vandaag zou hij zich van zijn beste kant laten zien en de wedstrijd tot een goed einde brengen. Aan de start verscheen Fred als keeper en Leo, Jeroen, Richard en Harry in de laatste linie. Ons middenrif bestond uit Ignace, Harold, Cees en Pieter. De twee spitsen waren Simon en Martin W. Op de bank naast Jaap zaten John, Jan, Martin V. en Henk. Het regende nog steeds toen het eerste fluitsignaal klonk. In de verte zagen we een stel wilde ganzen boven de put vliegen. Rijnstreek trok direct fel van leer en bestookte ons met de ene na de andere snelle aanval. Hoewel de Nieuwbruggenaren weinig uitgespeelde kansen kregen, baarde met name de slimme positiewisselingen van de Rijnstreek ons grote zorgen. Als snel leidde dit tot een blessure van Ignace. In een duel met zijn tegenstander wilde ook Cees de bal veroveren en het grote lijf porde toen zonder opzet in de ribben van Boreel. John verving Ignace met verve. De kleine Montfoortenaar zou een uitstekende wedstrijd spelen en met zijn 64 jaar probeerde hij het tij te keren. Fred schreeuwde zijn mannen tot nog grotere inspanning en vooral Pieter legde daarbij vele kilometers af moet ik zeggen. Ook Harry moest flink aan de bak en onder leiding van Richard en de van vakantie teruggekomen Leo de Wit hielden we het lang droog. Helaas moesten we toch gaan rusten met een 1-0 achterstand. Eén van hun middenvelders kreeg rond de zestien alle tijd en ruimte en schoot met een kanonskogel het leer in de rechterkruising. Inmiddels was het weer droog geworden en Jan, Henk en Martin V. wisselden met Leo, Harold en Jeroen. Jan bracht wat meer rust in de ploeg en probeerde met name Fred tot meer kalmte te manen. Het werkte. Rijnstreek verloor langzaam de grip op de wedstrijd en Simon begon zich meer en meer te laten gelden. Maar het was vooral Martin de Waal die ons de weg wees. Reeds in de eerste 45 minuten was hij magistraal en ook in de tweede helft kwam van hem het meeste gevaar. Hij scoorde dan ook de voor hem welverdiende 1-1 binnen.
Wat een spits! De Lekkerkerker deed het gemis van Kees (geen gefingeerde naam) ineens wegvloeien en stiekem hoopten wij op een gestolen 1-2 zege. Jaap en de bank waren nog niet gaan zitten na hun gejubel of de 2-1 lag al binnen. In een scrimmage vlak voor Fred zijn neus dacht Martin van Vliet de bal terug te spelen op zijn goalie. Niemand en zeker Fred niet, had op zo’n bal gerekend en hard verdween het leer tegen de touwen. Wat een teleurstelling! We moesten ons snel herpakken en erop hopen dat de tegenstander geen bloed zou ruiken en verder de score op ging voeren. Jan speelde het spelletje slim. De meeste spelers en coaches zouden de verdedigende stellingen uitbreiden, maar Jan spoorde zijn manschappen juist naar voren. Met achterin slechts Harry en vooral Richard als slot op de deur werd vol op de aanval gespeeld. Harry verdween daarna vermoeid naar de kant en de weer op adem gekomen Jeroen kwam weer terug in het veld. Het ontstonden enkele hectische momenten voor het doel van Rijnstreek, maar we waren te moe om de bal tegen de touwen te werken. Ook Rijnstreek liet nog flink van zich spreken in de slotfase, maar Fred hield het doel verder schoon. Hulde Fred! Het eindsignaal klonk en ondanks het feit dat de 2-1 een juiste afspiegeling gaf van de wedstrijd, was er toch een teleurstelling op sommige gezichten te bespeuren. Een groot compliment voor de teamspirit en inzet en hoop voor de toekomst. Tegen DONK zal het niet makkelijk worden, maar met Kees (niet gefingeerd) hopelijk weer in de gelederen moeten we ook tegen de sterke Gouwenaars tot een stunt in staat zijn. Man of the match werd Martin de Waal.