De veteranen van de FC Oudewater zijn het nieuwe seizoen erg matig begonnen. In de bekerserie werden achtereenvolgens nederlagen geleden tegen DVV uit Dirksland (Goeree Overflakkee) en RAS en KSD-Marine; allebei uit Den Haag. De eerste competitiewedstrijd verloren we nipt met 0-1 van Linschoten en ook afgelopen zaterdag waren de oudjes kansloos tegen Koudekerk en gingen met ruime 7-1 nederlaag het veld af. Over het verloop van deze exercitie later meer.

Omdat de gehele zomer fanatiek was doorgetraind door de veteranen  waren de verwachtingen voor het nieuwe seizoen hooggespannen. Jaap en Manus spraken zelfs voorzichtig over het linker-rijtje. Door diverse omstandigheden hebben we echter al weken te maken met een tsunami aan afzeggingen. Het gemis van topscoorder Martin de Waal – hij zit thuis met een pittige knieblessure – doet zich het meeste wreken. Het is zeker niet de bedoeling hard te oordelen over de vele mutaties, maar een enkele mag hier wel worden opgemerkt. Zo zou Cees den Butter al maanden aan het klussen zijn in zijn woning. Volgens welingelichte bronnen wordt er wel degelijk verbouwd in huize den Butter, maar de schalkse Lange Burchwal-telg zou zelf niet al te veel zweetdruppels van het hoofd hebben geveegd afgelopen maanden.  “Hij kan geen hamer van een beitel onderscheiden!”, liet Edwin Stalvord ons ongevraagd weten. “Een kwast beroeren?”, zei Martien Kwaak, “Hij kleurde op de kleuterschool al buiten de lijntjes.” “Ik denk dat hij de ganse dag staat te delegeren.”, zei Fred den Hollander, toen wij vroegen wat ie dan wel kon. Zelfs de lunch – broodjes met ham en kaas en een kop  Unox tomatensoep – zouden door zijn lieftallige vrouw worden verzorgd. Alle gekheid op een stokje; we missen deze sterkhouder wel, evenals de overige veteranen. Ondertussen maakt de leiding zich toch wel zorgen over het vertoonde spel. Na de wedstrijd opperde de enigszins verkouden Leo de Wit een heus orakel in te schakelen om meer onheil te voorkomen. Wat is eigenlijk een orakel en wat is de oorsprong van dit fenomeen?

Een orakel is een fenomeen uit de oudheid om raad te vragen aan de goden of in ieder geval een hogere macht. Dit kon op verschillende manieren. Je kon priesters de ingewanden van offerdieren laten ‘lezen’, kijken naar vogels, orakelboeken raadplegen, luisteren naar bomen of je ging naar Delphi, het belangrijkste orakel bevond zich op de berg Parnassus. Het dorpje Delphi werd waarschijnlijk zo rond 1500 v.Chr. gebouwd op de hellingen van de Parnassus. Een klein gehuchtje in de omgeving van de Golf van Korinthe, niet zo bijzonder zou je zeggen.

Het verhaal gaat dat een schaapherder terugkomend met zijn kudde merkte dat z’n schapen bij een afgrond wel heel erg vreemd begonnen te doen. Toen hij zelf op de bewuste plek ging kijken voelde hij zich daar ook een beetje licht in zijn hoofd en niet echt prettig. Na verloop van tijd gingen meer mensen op die plek kijken én ruiken. De meesten hadden dezelfde ervaring als de herder en z’n schapen. Dit moest wel het werk van de goden zijn zo dacht men meteen.
De plek bij Delphi werd al snel als heilig gezien en er ontstond een kleine tempel. Het inademen van de dampen die uit de groeve kwamen was niet geheel ongevaarlijk. Enkele bezoekers raakten zo in de war dat ze in de groeve vielen. De oplossing werd toen gevonden in de vorm van een Pythia, een oudere vrouw die afdaalde in de groeve en die de boodschappen van de goden doorgaf. Over het algemeen was de Pythia vaag en waren de verklaringen moeilijk te begrijpen. De vrouw was dan ook in diepe trance en stevig onder invloed van het ingeademde gas.
De tempel is in eerste instantie gewijd aan de godin Gaia. Soms wordt zij genoemd als het allereerste orakel in Delphi. Gaia liet de plek bewaken door een monsterachtige slang, de Python. Echter, Apollo verslaat het gigantische beest en neemt Delphi in zijn bezit. Het orakel van Delphi blijft daarna altijd verbonden aan deze god. Apollo was de god van de muziek maar ook van de waarzegkunst. Apollo was dus de perfecte godheid om zijn naam te verbinden aan deze plek, daarnaast was hij één van de belangrijkste Griekse goden.
Het orakel van Delphi werd daarop heel belangrijk bij de oude Grieken. De raad en adviezen van het orakel werden altijd opgevolgd. Wat het orakel zei was waar, want haar boodschappen kwamen immers rechtstreeks van Apollo . Het werkte als een offerritueel. Wanneer je iets wilde vragen, offerde je eerst een geit bij de tempel. Daarna kon je een vraag stellen aan de Pythia, waarna deze de tempel binnenging en terugkwam met een antwoord. De Pythia was waarschijnlijk in een soort roes en haar antwoorden werden opgeschreven door priesters.
Het bedwelmende gas dat men inademde was etheen. Het is een kool-waterstof verbinding die tegenwoordig als polyetheen een belangrijke grondstof is voor plastic. Etheen kan een soort trance oproepen en een licht gevoel van euforie. Delphi ligt op een breuklijn in de aarde, door zulke breuken kunnen allerlei gassen ontsnappen, in dit geval etheen. Het gas stroomde in de ruimte waar de Pythia in een kleine afgesloten ruimte op een krukje zat. Het was er donker waardoor het een geheimzinnige werd versterkt. De Pythia was dus eigenlijk zo stoned als een garnaal terwijl zij orakelde. In ons land hadden wij onze bloedeigen orakel: Johan Cruijff. De beste Nederlandse voetballer ooit, kon geen zin rechtuit spreken, haalde alle gezegdes en uitdrukkingen door elkaar en wist halverwege zijn betoog al niet meer waar het over ging. De man had ooit een briljante oplossing voor het fileprobleem. Het was heel simpel volgens de Amsterdammer. Gewoon de maximum snelheid verhogen, dan is de file ook snel weer verdwenen. Ajax-aanhangers geloofden deze klinkklare nonsens meteen en incasseerden zo maandenlang hoge boetes.

Na de wijze raad van Leo gingen mijn gedachten direct naar de Odyssee van de beroemde Griekse dichter Homerus. In de Odyssee gaat de hoofdpersoon Odysseus – na de Trojaanse oorlog – op terugtocht naar zijn koninkrijk Ithaka. De vele spannende avonturen die hij op zijn jarenlange reis beleefde, wordt alom gezien als een zoektocht naar de zin van het leven. Klinkt wellicht wat hoogdravend, maar misschien schuilt in dit epos wel de oplossing voor een betere voortzetting van de zwakke seizoens-opening. Vrij vertaald: Het gaat niet om het einddoel, maar om de weg ernaar toe. “Het zal niet gemakkelijk zijn coaches.” “Nee, zeker niet.”, antwoordde ik meteen. “Je zou het zelfs een queeste kunnen noemen.” Roeland riposteerde: “Dat lijkt mij een goed plan!” “Gaan wij dan ook op zoek naar de Sirenen?” De belezen linksachter lachte daarbij ondeugend. “Dan moeten we Henk als eerste vastbinden.” bulderde Martin van Vliet door de catacomben. “Wanneer gaan we?”, vroeg John, nadat het enkele minuten doodstil was geworden. “Ik ga wel met de fiets.”

Ruim twee uur voor deze overwegingen betraden we het zonovergoten voetbalterrein van VV Koudekerk. Vorig jaar bonden we de sterke ploeg nog verrassend aan de zegekar. Martin de Waal was in topvorm die wedstrijd, maar zoals u hebt kunnen lezen is hij er voorlopig niet bij. We begonnen met interim-goalie Edwin op doel, Kwaak was nl. een weekend in contemplatie. Achter speelden Richard – al weken in goede vorm – Leo, Martin en Roeland. Het middenrif bestond uit John, Jeroen, Harold en Henk. De voorwaartsen waren Johan en Simon. Naast coach Jaap zaten Fred en Harry. Vanaf acquit werden we teruggedrukt en buiten een kopballetje van Martin en een enkele gevaarlijke doorkomst van Johan, was het Koudekerk wat de klok sloeg en met de thee stond het reeds 4-0. De tweede 45 minuten ging Fred in de spits spelen als vervanger voor de geblesseerde Simon en Harry verving de niet geheel frisse Leo. Het mocht nauwelijks baten, hoewel Fred zich uitstekend van zijn taak kweet en er mede voor zorgde dat het eerste tegendoelpunt (5-1) door één der rood-witten werd gescoord. De opponent aan de Rijn zette hierna nog even aan en liep fluitend weg naar de einduitslag 7-1. Volgende week hebben we een weekje rust, zodat we eens goed na kunnen denken over een eventueel bezoek aan een orakel.